Innovatie of oude wijn in nieuwe zakken?
Om met dat laatste te beginnen, het was zoeken om aanbieders van echt nieuwe innovaties te vinden. Zo vond ik bijvoorbeeld een aanbieder van dicteersoftware (bijv. Go2speech). Innovatief of oude wijn in nieuwe zakken? Dicteren is niet nieuw, bij een beetje smartphone kun je al een gesproken bericht laten omzetten naar de tekst. De kwaliteit ervan is echter sterk wisselend. Een SMS-je of Whatsapp bericht inspreken en laten omzetten naar tekst is vaak nog wel redelijk leesbaar. Een mail dicteren is vaak al wat lastiger. Toch zie ik hier wel een potentiele waarde voor de zorg, mogelijkheden om zo de administratieve last wat terug te dringen. In de zorg moet veel gerapporteerd worden, de gemiddelde mens spreekt altijd nog sneller dan hij typt. Zie hier de potentie: als de rapportage ingesproken kan worden door de verpleegkundige, verzorgende of arts, kan dat dus tijd schelen.
Platforms in opmars
Iets anders wat me opviel is dat grote toename van platforms. Niet alleen van PGO’s maar ook van online samenwerkingsplatvormen voor professionals rondom een bepaald ziektebeeld. Een bekende koploper op dit vlak is Parkinsonnet al sinds 2010 landelijk actief om zorg voor parkinsonpatiënten te optimaliseren. Sinds enkele jaren krijgt dit opvolging, er ontstaan online samenwerkingsplatformen voor professional en patiënt, denk aan eGPO in regio Den Haag, een samenwerkingsplatform rondom kwetsbare ouderen, voor patiënt en betrokken zorgverleners. Op de zorg&ICT beurs was ook RAKU aanwezig, een platform voor een specifieke doelgroep (patiënten met maag- darm- levertumoren), om multidisciplinaire samenwerking voor deze doelgroep te bevorderen. De vele platforms hebben als achterliggend doel samenwerking tussen betrokken zorgprofessionals bevorderen, de patiënt heeft hier nog niet altijd een rol of stem in.
Dit lijkt een trend te zijn die naast de PGO’s vorm krijgt.
Ziekenhuizen op kop?
Opvallend is dat veel innovaties zich in eerste instantie op de ziekenhuissector lijken te richten. Waarom niet de langdurige zorg, de ouderenzorg bijvoorbeeld? Qua omvang en capaciteits- en kostenproblematiek zeker vergelijkbaar.
Is dit het gevolg van de VIPP programma’s en de daarin gemaakte keuzes? VIPP in de cure, waarin de ziekenhuissector voorop ging en nu de GGZ volgt, is reeds actief. Deze VIPP programma’s richten zich op het bevorderen van data-uitwisseling tussen ICT-systemen onder andere via communicatiestandaarden en ZorgInformatieBouwStenen (ZIBs). Dit dient zeker als versneller voor innovatie, omdat vanuit het VIPP programma niet alleen aangestuurd wordt op technische innovatie, maar ook op adoptie van technologie , door cliënt/patiënt en zorgprofessional. In de Care echter, krijgt de VIPP subsidie inhoud via een Stimuleringsregeling voor eHealth Thuis (SET), een andere benadering.
Of is de voorkeur voor medische innovatie vooral ingegeven door de financieringsmogelijkheden, die in de ziekenhuissector beter zijn, dan in de langdurige zorg? Jammer is het wel, er zijn namelijk zo veel kansen om de care, de langdurige zorg te verbeteren of ondersteunen. Bijvoorbeeld door het gebruik van dicteersoftware om zo de administratieve last te verminderen maar ook mobiel rapporteren te bevorderen, wat op zijn beurt weer bijdraagt een foutreductie (wat je moet onthouden kun je ook vergeten). Of door de inzet van kunstmatige intelligentie, ook waardevol in de care, als dit gericht is op ondersteuning van de dagelijkse workflow door slimme data-combinatie en interpretatie.
DUPP jij al?
Leuk is dat er nieuwe werkwoorden ontstaan voor iets dat we eigenlijk heel logisch vinden, digitaal informatie uitwisselen. DUPPEN is het werkwoord dat staar voor het Digitaal Uitwisselen van informatie tussen Patiënt en Professional. En ook hier lopen de ziekenhuizen weer op kop: duppen is ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) voor de zorg.
Door naar de PGO’s, hoe staat het daar mee?
PGO steeds duidelijker positioneert als dé omgeving voor de patiënt of cliënt.
Het tweede wat me opvalt is dat bij de PGO’s een trend waarneembaar is, die ik eerder zag bij de portalen: er zijn aandoeningsspecifieke PGO’s en meer algemene PGO’s.
Een PGO dat zich meer op bepaalde aandoeningen richt is bijvoorbeeld IVIDO, een PGO vooral gericht op patiënten met een medische aandoening. Een breder PGO is dat van Curavista, dit is echter wel sterk medisch georiënteerd.
Daarnaast zijn er algemene PGO’s, die door iedereen te gebruiken zijn, ongeacht probleem, stoornis, beperking, aandoening enz. Deze PGO’s gaan uit van de mens, die gedurende zijn levensloop verschillende zorgvragen kan hebben en verschillende relaties met zorgorganisaties kan hebben, meer of minder intensief over tijd.
Quli en Drimpy zijn hier voorbeelden van. Drimpy lijkt vooral voet aan de grond te hebben in de medische wereld, dus de ziekenhuizen en ZBC’s. Quli is breder georiënteerd, met klanten in de GGZ, maar ook in de gehandicapten en ouderenzorg. Hans ter Brake van Quli wist me te vertellen dat er eindelijk een financieringsregeling is voor het gebruik van PGO’s, iets wat voorheen een groot probleem was. Dit zal zeker bijdragen aan versnelde adoptie van de PGO’s.
PGO in de zorgorganisatie
PGO’s hebben, ten onrechte, jarenlang een bestaan onder de radar geleid. Met dank aan de VIPP subsidies die data-uitwisseling via ZIBs bevorderen worden zij nu een serieuze speler in de wereld van digitale zorg. Voor zorgorganisaties leidt dat tot de uitdaging om het PGO te positioneren in hun digitale strategie en zorgaanbod. Met enkele van onze klanten maken we nu gericht deze stap, zodat de strategie ook werkelijk toekomst bestendig is. Zoals we al jaren zeggen dat eHealth en digitale zorg niet meer weg te denken is uit ons zorglandschap, zo is nu het PGO ook niet meer weg te denken uit de toekomstige zorg. Hoe snel deze toekomst waarheid wordt ligt deels aan de zorg zelf: zij zijn nu aan zet.
Interesse of meer weten of PGO’s en de positionering ervan in uw strategie? Neem contact met ons op, via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. of via een bericht naar mij.
